A noter : FINISSAGE DE l’EXPOSITION : samedi 16 février à partir de 15 heures !
« Genre humain » est un dialogue que nous vous proposons pour entamer la deuxième partie de la programmation 2012-13. Pour inaugurer un cycle d’expositions mariant deux à deux des artistes de la galerie, le premier opus consiste à mettre en présence les travaux récents du sculpteur Français Agnès Baillon et ceux du Bruxellois Michel Thuns, dont on ne présentera ici que des peintures et dessins (Michel sculpte et écrit également). Les deux artistes ne se connaissent pas, mais leurs œuvres appartiennent bien à la même famille !
« Genre humain » is een dialoog die wij u aanbieden om het tweede deel van het programma 2012-2013 in te luiden. Als begin van een cyclus waarin twee kunstenaars van de galerij worden samengebracht, bestaat het eerste opus erin de recente werken van de Franse beeldhouwster Agnès Baillon et deze van de Brusselse Michel Thuns, waarvan hier schilderijen en tekeningen te zien zijn (Michel beeldhouwt en schrijft ook), met mekaar te confronteren. De twee kunstenaars kennen mekaar niet, maar hun werk behoort duidelijk tot dezelfde familie!
A sa sortie des Beaux-Arts, Agnès Baillon abandonne la peinture qu’elle y avait apprise dans la classe de Leonardo Cremonini pour se consacrer à la sculpture. Reste que l’artiste continue l’air de rien à peindre : le sculpteur peint très subtilement tous ses personnages, bronze compris, qu’il modèle depuis lors dans une résine opalescente, son matériau de prédilection, duquel il obtient un vibrato des chairs sans pareil. Plus récemment l’usage du papier mâché lui permet une augmentation substantielle des dimensions de ses personnages. Bustes et figures, isolés et retirés dans leur for intérieur ou voyageant souvent en groupe, morceaux parcellaires tels des vestiges archéologiques –quelle qu’en soit l’échelle qui évite précautionneusement la grandeur nature– constituent la mémoire d’une humanité discrète et silencieuse, sans complication mais non sans complexité.
Nadat ze afgezwaaid is van de academie voor schone kunsten, stopt Agnès Baillon met schilderen dat ze er geleerd had in de klas van Leonardo Cremonini en wijdt zich aan het beeldhouwwerk. Maar ook dan blijft de artieste gewoon verder schilderen: de beeldhouwster schildert heel subtiel al haar personages, met inbegrip van de bronzen, dat ze vanaf dan modelleert in een opaalachtig gekleurd hars, haar favoriete materiaal, waarmee het vlees een ongeëvenaard vibrato verkrijgt. Recenter biedt het gebruik van papier mâché haar de mogelijkheid de afmetingen van haar personages aanzienlijk uit te breiden. Bustes en figuren, geïsoleerd en teruggetrokken in hun diepste binnenste of dikwijls op tocht in groep, stukken die deel uitmaken van bijvoorbeeld archeologische vestingen – soms op een schaal om behoedzaam de ware grootte de vermijden – vormen het geheugen van een discrete stille mensheid, zonder gecompliceerdheid maar niet zonder complexiteit.
Quant à Michel Thuns, dans ses dernières circonvolutions autour du corps humain, sujet-objet qu’il fouille des pieds à la tête depuis les années quatre-vingt, il en revient à un expressionnisme à la figuration plus affirmée. Il s’exprime très librement sur de grandes feuilles au fusain comme dans des toiles de grands formats sur le thème relativement exclusif de la femme. il brosse des huiles sur papier de plus petits formats, des têtes d’expression, portraits, autoportraits ?. Ces têtes, comme les corps nés de ses mains sont puissamment animés d’un mouvement voire d’une torsion, en tout cas d’une grande tension qui nous porte à ressentir quasi physiquement la complexité de notre condition.
In zijn laatste windingen rond het menselijk lichaam, een onderwerp-voorwerp dat hij van kop tot teen ontleedt sinds de tachtiger jaren, keert Michel Thuns van zijn kant terug van een expressionisme tot een meer uitgesproken voorstelling. Op zowel grote bladen als op doeken op groot formaat drukt hij zich met houtskool zeer vrij uit over het relatief exclusieve thema van de vrouw. Hij schildert olie op papier van het kleinste formaat, expressieve hoofden, portretten, zelfportretten? Deze hoofden zijn, net als de lichamen uit zijn handen geboren, krachtig bezield met een beweging of een verdraaiing, in ieder geval met een grote spanning die ons bijna fysiek de complexiteit van het mens zijn doet voelen.
Ainsi, plus que la figuration de l’humain, les deux artistes ont encore en commun une sensibilité exacerbée matinée de poésie : ce qui frappe et étonne chez eux, et cela ne vous lassera pas de vous surprendre, c’est ce petit supplément d’âme qui apaise, malgré tout. A eux deux, par la réunion du silence et du bruit, le mariage de l’eau et du feu, éléments qui habitent notre être, ils donnent à voir une représentation exacte du genre humain en proie au chaud et au froid.
La promesse d’une rencontre qui parviendrait à donner une couleur à la sensation d’être tout petit et si grand à la fois.
Zo hebben de twee kunstenaars, naast het uitbeelden van het menselijke, ook een verscherpte gevoeligheid vermengd met poëzie gemeen: wat bij hen opvalt en verbaast, en dit zal u niet verrassen, is dit kleine stukje ziel dat rust brengt, ondanks alles. Door het samenbrengen van stilte en lawaai, de combinatie van water en vuur, elementen die in ons zijn aanwezig blijven, geven ze samen een juiste voorstelling van het mens zijn, overgeleverd aan warmte en kou.